Opleidingsprogramma
De inhoud van de opleidingen is vastgelegd in de kwalificatie-structuur. In overleg met het bedrijfsleven is gekeken wat je voor een beroep of een goede plek op de arbeidsmarkt moet leren.
Kwalificatiedossier
Voor alle MBO- opleidingen bestaan kwalificatiedossiers. Daarin staan de eisen waaraan je moet voldoen om een diploma voor een bepaalde studie te behalen. Het gaat om de kennis en vaardigheden die je moet hebben om een MBO-opleiding af te ronden.
Het kwalificatiedossier van jouw opleiding kun je vinden op de website (www.s-bb.nl/onderwijs/kwalificeren-en-examineren) van Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Jouw opleiding maakt van het basisdeel, het profieldeel en de keuzedelen een goed opgebouwd onderwijsprogramma, zodat je alles wat je nodig hebt ook echt leert. Alle diploma-eisen worden beschreven in het examenplan. Het examenplan van jouw opleiding staat in Curriculum Totaal/Learning Matters en ELO.
Een deel van de opleiding bestaat uit ‘keuzedelen’. Keuzedelen zijn er ‘verbredend’ of ‘verdiepend’. Je kan een keuzedeel kiezen omdat het de doorstroom naar een volgende opleiding vereenvoudigd. Of omdat je een keuzedeel leuk en interessant vindt. Sommige keuzedelen worden uitgevoerd in de stage. Je hebt keuze uit de keuzedelen die je school aanbiedt, maar het is wel een verplicht onderdeel. Het komt er ongeveer op neer dat je één keuzedeel per jaar doet (dit is natuurlijk afhankelijk van de duur van de opleiding en het aantal uren wat er voor een keuzedeel staat).
De keuzedelen vallen onder de slaag-zak regeling voor studenten die zijn gestart in studiejaar 2020-2021.
In aanvulling op het kwalificatiedossier en keuzedelen maken ook de onderdelen Nederlands, rekenen, burgerschap, loopbaanoriëntatie- en begeleiding en voor niveau 4 ook Engels onderdeel uit van je opleiding. Hiervoor zijn landelijke eisen vastgelegd in wet- en regelgeving, die gelden voor meerdere opleidingen.
Er is een overzicht van alle keuzedelen die Aeres MBO aanbiedt te downloaden op
Opbouw prestatiedossier en examen
Tijdens je mbo-opleiding ontwikkel je kennis, vaardigheden en competenties die nodig zijn om je diploma te halen. Dit schema geeft de route voor je diplomering in het kort weer.
Brede opleiding bd-landbouw
Plant, dier én maatschappij; praktische vakken én achtergrondvakken; we doen de zaken op onze manier, want:
- studenten maken zo kennis met veel kanten van de bd-landbouw en biologische landbouw en kunnen daarna hun eigen weg beter kiezen;
- kennis van alle takken van landbouw maakt het samenwerken binnen het gemengde bedrijfsconcept gemakkelijker. Vanaf de halfjaar stage aan het einde van het tweede jaar kiest de student voor een accent op dier of plant;
- door middel van vakken voor persoonlijke ontwikkeling, kan de student de eigen talenten verbinden met de behoeftes en wensen van de samenleving.
Prestatiedossier
Alle vakken die je volgt in een schooljaar staan vermeld in het prestatiedossier (PD), een verzameling van geleverde prestaties. Hieronder vallen allerlei onderwijsactiviteiten zoals lessen, praktijk- en theorietoetsen, werkstukken, loopbaan en burgerschap, BPV-opdrachten en deelname aan excursies. Als onderdeel van het prestatiedossier kan je bijvoorbeeld ook gevraagd worden mee te helpen aan open dagen, informatieavonden of andere schoolactiviteiten.
Overgaan naar volgende leerjaar
Om over te gaan naar het volgende leerjaar moet je je prestatiedossier voldoende hebben afgerond. De eisen zijn voor mbo-niveau 2, 3 en 4 verschillend.
Deelnemen aan examen
Voor je in je laatste schooljaar kunt deelnemen aan de beroepsproeve, moet het gehele prestatiedossier voldoende beoordeeld worden en de (BPV) praktijk met een voldoende afgesloten worden. Dat wil zeggen dat je de toetsen behaald hebt voor de vakken die gaan over vakgerichte prestaties (bijvoorbeeld bodemkunde en fokkerij) en algemeen vormende prestaties, (bijvoorbeeld Nederlands, rekenen of loopbaan en burgerschap). Bovendien moet je een voldoende voor de praktijk gehaald hebben. De voorwaarden verschillen per opleiding en niveau.
Opbouw opleiding niveaus BOL 2, 3, 4
Opleidingen
Voltijdstudenten volgen een van de volgende opleidingen.
- Vakbekwaam medewerker biologisch-dynamische landbouw (niveau 3)
- Vakexpert biologische-dynamische landbouw (niveau 4)
De niveau 2-opleidingen voor medewerker teelt en medewerker veehouderij zijn alleen voor uitstroom.
Opbouw in de jaren
- Jaar 1: kennis maken met landbouw en ‘mens worden’ in brede zin; praktijk op de bedrijven van Stichting Warmonderhof en op externe bedrijven in de omgeving.
- Jaar 2: stagiair worden op een bedrijf (afstroomniveau 2); in de stage focus op de wijde wereld.
- Jaar 3: leren begeleiden in de praktijk, specialiseren, explicieter bezig met antroposofie en bd, werkbegeleider worden (eindniveau 3); focus op schoolbedrijven en de wijde wereld.
- Jaar 4: integratie, ondernemersplan (eindwerkstuk), ondernemer worden (eindniveau 4); focus op het ik.
Vakken
- Theorievakken zijn dienend voor wat later in de praktijk nodig is.
- In het rooster staan lessen voor Nederlands, Engels en rekenen.
- Het periodesysteem van 6 à 8 weken is uitgangspunt voor de meeste vakken en voor de praktijk. Het lintsysteem gebruiken we voor taal, rekenen en kunst en vakken die het hele seizoen nodig hebben.
- Mentoruren met de klassenmentor. Elke klas heeft een eigen mentor. Regelmatig worden loopbaanthema’s en burgerschapsonderwerpen behandeld in de klas.
- Burgerschap is geïntegreerd in een aantal vakken en in de Warmonderhof-samenleving, bijvoorbeeld in schoolbijeenkomsten, de Avondklas, de jaarfeesten en de klassenuren.
Differentiatiemogelijkheden naar niveau
- In het huidige individuele tijdperk past maatwerk: ‘Precies dat wat nodig is op het moment dat het nodig is.’ Individualiteit past in deze tijd, maar we gaan hierin niet zover dat we met individuele programmering werken. We verwachten van studenten juist een bewust (individueel) aandeel in het grotere geheel.
- We geven veel lessen op relatief hoog niveau (4 en 4+) en examineren op niveau 3 en 4.
- Studenten op niveau 3 volgen hetzelfde pakket als niveau 4 in jaar 1 t/m 3. Ze worden vanaf het begin beoordeeld op niveau 3.
- Goede studenten kunnen zichzelf uitdagingen geven door extra activiteiten te doen: mee-organiseren van de Avondklas en BD-jong, eigen handel, pr-activiteiten, weekcafé, lessen geven op school, meedoen met studiegroepen en zang- of muziekgroepen vormen.
Kilverregeling
Procedure herkansing PD
De student mag op twee momenten per leerjaar maximaal twee vakken herkansen. We noemen dit kilveren, een landbouwterm voor het uitvlakken van oneffenheden in het veld. Bij een overschrijding van dit aantal beslist de docentenvergadering over de studievoortgang van de student.
De kilverregeling geldt bij achterstanden in de volgende situaties:
- De student heeft voor een vak een onvoldoende gescoord (5,4 of lager).
- De student was ongeoorloofd afwezig bij een toets en/of heeft een opdracht niet of niet op tijd ingeleverd.
- De student heeft door ziekte en onvoorziene omstandigheden geen kans om het vak af te ronden.
Kilverdagen
Studenten mogen alleen vakken uit de vorige twee periodes kilveren.
- Voor klas 1 en 3 zijn er twee kilverdagen in het jaar, in januari en juni.
- Voor klas 2 zijn de kilverdagen in januari en voor de eerste week van de lange externe stage. Studenten mogen niet op stage als zij achterstanden hebben.
- Voor klas 4 zijn de kilverdagen in oktober en januari.
De exacte kilverdata staan in het jaarrooster.
NB. Indien een student minder dan 80% aanwezig is geweest in de lessen, krijgt hij een extra opdracht.
Opgave
Studenten dienen hun eigen achterstanden bij te houden (Eduarte Student) en zich zelf op te geven voor de herkansing(en).
Begeleiding
De mentor heeft via Eduarte inzage in de rapportcijfers van de mentorleerlingen. Indien nodig gaat de mentor gesprekken aan met de studenten, dan kan op tijd worden aangegeven hoe de vlag erbij hangt.
Uitzondering
Docenten mogen in uitzonderlijke gevallen zelfstandig beslissen om een vak anders te laten afronden. Het argument moet dan altijd zijn dat achterstanden wegwerken volgens de kilverregeling pedagogisch niet verantwoord is.
Niet eens met besluit
In alle gevallen van twijfel of uitzondering zal het docententeam een besluit nemen en dit wordt door de examencoördinator aan de student medegedeeld. Is de student het niet eens met het besluit, dan kan hij/zij zich op papier of in een mail tot de teamleider richten. Deze zal, alle partijen gehoord hebbende, een besluit nemen. Uiteindelijk blijft nog de klachtencommissie van Aeres mbo over.
Excursies
- Klas 1: startactiviteit aan het begin van het schooljaar met als doel kennismaking en groepsvorming. Fietsexcursie langs bedrijven in mei/juni met als doel de praktijk van de land- en tuinbouw te leren kennen en ondernemersstijlen te verkennen.
- Buitenlandexcursie klas 3, juni. Doel: sociale binding in de klas, blik verbreden, samen organiseren, praktische vakkennis opdoen, ideeën opdoen voor het eindwerkstuk.
- Duitsland/Dornach-excursie klas 4, februari. Jaarlijks wereldcongres van bd-boeren. Doel: sociale binding klas, adempauze in productie eindwerkstuk, opgenomen voelen in de gemeenschap van bd-boeren wereldwijd, bezoeken van Zuid-Duitse prachtbedrijven. In verband met de hoge kosten (€150, mits ook sponsors) beginnen de studenten al in het derde jaar met allerlei activiteiten en klussen om dit bedrag bij elkaar te verdienen.
- In alle jaren zijn er meerdere excursies in de vaklessen.
Projecten
Het doel van de verschillende projecten is de integratie van vakken en het toepassen van geleerde vaardigheden.
- Jaar 1 project ‘Droombedrijf’. Met enthousiasme en fantasie een bedrijf ontwerpen en presenteren.
- Jaar 2 project ‘Gemengd bedrijf’. Bestaande gemengde bedrijven in Nederland in beeld brengen waarbij de kringloop centraal staat.
- Jaar 3 project Ondernemend gedrag. Reflecteren op je eigen vaardigheden en optimaliseren van een bedrijfsonderdeel op een bestaand bedrijf. Project Melkwinning voor verdiepen van kennis over de melkveehouderij.
- Jaar 3 project ´Lonk´ (Leren Ondernemen Nageler Kavel, zelfstandige akkerbouw door studenten op een eigen kavel); vanaf oktober 3e jaar tot oktober 4e jaar. Intensief en zeer leerzaam. Niet geschikt voor alle studenten. Er is een selectie op basis van inzet, interesse en studievoortgang.
- Jaar 3 project ‘LOT’ (Leren Ondernemen Tuinbouw). Vergelijkbare opzet als LONK, maar dan op een eigen tuinbouwkavel op Aeres Praktijkcentrum. Ook hiervoor moeten studenten solliciteren.
- Jaar 4 project ‘Eindwerkstuk’, het omschakelingsplan voor een bestaand bedrijf.
Loopbaan en burgerschap
Om goed in onze samenleving mee te kunnen doen, is alleen een voorbereiding op je beroep niet voldoende. Bij Loopbaanoriëntatie en -begeleiding leer je om je te oriënteren op je toekomstige beroep en op het vinden van een baan. Burgerschap gaat in op deelname aan de maatschappij. Bij Loopbaanoriëntatie en -begeleiding gaat het om jouw persoonlijke ontplooiing.
Loopbaanoriëntatie- en begeleiding
Bij LOB werk je aan je persoonlijke ontwikkeling. Het gaat hierbij om deze competenties:
- Kwaliteitenreflectie: wie ben ik, wat kan ik?
- Motievenreflectie: wat wil ik, wat drijft mij?
- Werkexploratie: welk soort werk past bij mij?
- Loopbaansturing: wat wil ik worden?
- Netwerken: wie kan mij daarbij helpen?
Burgerschap
De thema’s die bij Burgerschap horen zijn vastgelegd in vier dimensies:
- De politiek-juridische dimensie;
- De economische dimensie;
- De maatschappelijk-sociale dimensie en
- De dimensie vitaal burgerschap.
Daarnaast werk je ook aan kritische denkvaardigheden. Door middel van opdrachten moet je aantonen dat je je ontwikkelt tot een burger die in deze maatschappij kan functioneren. Voor het diploma moet je hebben voldaan aan de eisen voor de burgerschapsdimensies.
Informatie over de eisen die jouw opleiding stelt aan dit onderdeel kun je opvragen bij je mentor/ coach/ loopbaanbegeleider.
Beoordeling
Loopbaan en burgerschap zitten door de hele opleiding vervlochten. Voor loopbaan en burgerschap geldt een ‘inspanningsverplichting’ in plaats van een ‘resultaatverplichting’. Dat wil zeggen dat we er aandacht aan besteden maar dat er geen beoordeling wordt gedaan. School legt op basis van het loopbaan- en burgerschapsdocument een inspanning voor de student vast in de onderwijs- en examenregeling. Hier moet de student aan voldoen om het mbo-diploma te behalen. De lokale examenorganisatie beoordeelt of de student aan de gestelde criteria heeft voldaan. Schoolbijeenkomsten en jaarfeesten, wonen, mentoruur en avondklassen zijn ook onderdelen waarin burgerschap zit.