Dierenwelzijn- en verzorging
Uitgangspunten hoe wij omgaan met het welzijn en de verzorging van dieren.
Dierenwelzijn
Op Aeres MBO Barneveld wonen bijna net zoveel dieren als er mensen rondlopen. Wij hebben de gezondheid en het welzijn van onze dieren hoog in het vaandel staan. Tot voor kort hanteerden wij de uitgangspunten van Brambell (1965) bij het beoordelen en bewaken van het welzijn van onze dieren; vrij van dorst, honger en onjuiste voeding, ongerief en pijn, angst en stress en dat de dieren natuurlijke (soorteigen) gedrag kunnen vertonen. Nieuwe wet- en regelgeving, waaronder de Wet Dieren, maar ook nieuwe welzijnsmodellen (Mellor, 2016) vragen om het waarborgen van ‘positief welzijn’. Wij zeggen hiermee dat een dier een intrinsieke waarde (eigen waarde) heeft die losstaat van de gebruikswaarde voor de mens. Dit betekent dat, naast dat een dier ‘vrij’ moet zijn van tekortkomingen, er sprake moet zijn van positieve ervaringen. Een dier moet keuzemogelijkheden hebben en controle over de omgeving om natuurlijke gedragingen in gevangenschap te kunnen uiten.
Het per 1 september 2021 opgerichte Aeres mbo practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid draagt bij aan het waarborgen van ‘positief welzijn’ door (praktijk)onderzoek te doen over de, op Aeres en in het bedrijfsleven, gehuisveste dieren. Dit onderzoek wordt door studenten, docenten, docent-onderzoekers en betrokkenen vormgegeven en uitgevoerd. ‘Meten is weten’ is de basis waarop het practoraat werkt.
Leernetwerk Dierenwelzijn
Daarnaast is er binnen Aeres een Leernetwerk Dierenwelzijn dat als doel heeft om het welzijn van de gehouden dieren van Aeres steeds weer te professionaliseren en kennis te delen tussen de Aeres-locaties. Het Leernetwerk Dierenwelzijn is dan ook het aanspreekpunt binnen de Aeres-locaties (vmbo en mbo) met betrekking tot welzijnsonderwerpen bij het houden van onze dieren. Hierbij is het belangrijk om input te krijgen van de verschillende locaties zodat we samen met alle locaties het dierenwelzijn waarborgen van onze dieren.
Iedereen (medewerkers en studenten) is medeverantwoordelijk voor het welzijn van onze dieren. Het meenemen van eigen huisdieren door medewerkers en studenten is niet toegestaan. De reden hiervoor is dat deze dieren het welzijn en de gezondheid van onze schooldieren kunnen schaden onder andere door het risico van de insleep van ziektes.
Heb je vragen of opmerkingen over het welzijn van onze schooldieren, meld je dan bij de verantwoordelijke dierspecialist. Wil je bijdragen aan de onderzoeken die door het practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid uitgevoerd worden, neem contact op met mevrouw Albone, practor (s.albone@aeres.nl). Of heb je een vraag over het Leernetwerk Dierenwelzijn dan kun je jouw vraag stellen aan mevrouw Mulder (i.mulder@aeres.nl), mevrouw Colmans (m.colmans@aeres.nl) of mevrouw Vermeulen (e.vermeulen@aeres.nl).
Dierverzorging
Het aanleren van praktische vaardigheden is een belangrijk onderdeel naast de theorie. Daarom krijg je tijdens je dierverzorgingsopleiding praktijklessen en verzorgingsdiensten. Om misverstanden te voorkomen is er een aantal belangrijke regels op papier gezet.
Praktische informatie over de verzorgingsdiensten
Aan de start van elk blok ontvang je een digitale verzorgingslijst van jouw mentor. Op jouw smartphone kun je zien op welke dag je bij welk dier onderdeel moet verzorgen en waar je je dan moet melden. Aan het eind van jouw eerste verzorgingsmoment krijg jij een aftekenlijst. Op deze lijst staat een tabel waarin de begeleider onder andere zijn/haar naam en een handtekening kan zetten, een beoordeling van jouw verzorgingswerkzaamheden en daarachter ook een aantal opmerkingen (tips en tops). Indien nodig worden ook het aantal minuten dat je eventueel te laat bent vastgelegd. Je mentor zal dit verder toelichten. De verzorging in de ochtend is van dinsdag tot en met vrijdag van 8.00 tot 9.00 uur. De verzorging van de geiten en de hoefdieren moet om 7.45 uur beginnen. De middagverzorging is van 15.00 tot 16.30 uur met uitloop als dat aan de orde is. In jaar 1,2 en 3 wordt er doordeweeks verzorgd. In jaar 2 en 3 worden de weekend en vakantieverzorging gedaan.
Het doel van de verzorging
De verzorging van de schooldieren heeft meerdere doelen:
- Het biedt jou de kans om in een veilige en gecontroleerde omgeving praktijkervaring op te doen voor het beroep waar je de opleiding voor volgt, namelijk dierverzorger;
- Je leert het meest door met de dieren te werken. Je kan de geleerde theorie toepassen in de praktijk;
- Het biedt jou de kans de verantwoordelijkheid te laten zien die ook tijdens je stages en later tijdens je baan van je verwacht wordt;
- Je leert en ervaart in de praktijk wat het is om dierverzorger te zijn;
- Je leert samenwerken met andere dierverzorgers;
- Je leert werken met verschillende diergroepen waar je misschien niet snel mee in aanraking zou komen;
- Je laat collegialiteit zien naar je medeverzorgers en de begeleiders door aanwezig te zijn bij het verzorgen van de schooldieren. Als je afwezig bent, moeten je klasgenoten meer doen;
- Je hebt de gelegenheid om te groeien als dierverzorger.
Het verzorgen van de dieren is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de dierverantwoordelijke, de begeleiders en de verzorgende studenten. Van iedereen wordt een bijdrage hieraan verwacht.
Wat zijn de kenmerken van een goede dierverzorger:
- Goede omgang met dieren;
- Oog voor de dieren en hun welzijn;
- Initiatief nemen;
- Nauwkeurig werken;
- Instructies correct en zelfstandig uitvoeren;
- Leervragen stellen, vooruitdenken, doorzetten;
- Kan goed met feedback omgaan.
Deze kenmerken staan ook op jouw aftekenlijst.
Weekend-/vakantiedienst
Er moeten behalve op de normale lesdagen ook weekend- of vakantiediensten uitgevoerd worden. Deze diensten vinden plaats in jaar 2 en/of 3. In totaal moeten er 7,5 dagen dienst uitgevoerd worden. Dit kan verdeeld worden over drie weekenden of over een vakantieweek (vijf dagen) en een weekend. Aan het begin van jaar 2 wordt hiervoor een indeling gemaakt. Deze weekend- of vakantiediensten zijn een verplicht onderdeel van het prestatiedossier. Voor de studenten uit de sprintklassen van team Dier & Management en team Dier & Gezondheid geldt dat zij in de zomervakantie tussen leerjaar 1 en 2 een week lang (7 dagen) de dierverzorging op zich nemen.
Voor de niveau 3 studenten is zijn de weekenddiensten onderdeel van de Proeve van Bekwaamheid. Meer informatie over de weekend-/vakantiedienst wordt aan het begin van het schooljaar gegeven.
Project Begeleiden Medewerkers
Dit is een project voor ouderejaars studenten, van team Dier & Management en team Dier & Gezondheid. Deze studenten gaan, aan het einde van het 2e jaar niv.4 en/of het 3e jaar niv.4, de eerste jaars studenten begeleiden bij het dagelijks verzorgen van de schooldieren. De betrokken klassen worden tijdig geïnformeerd voor wat betreft de inhoud en de planning van dit project.
Risico’s bij het werken met dieren
Zoals je zult begrijpen en weten is het werken met en tussen de dieren niet geheel zonder risico’s.
Tijdens het werken kun je door de dieren gebeten, gekrabd, geslagen of geschopt worden. Dat zijn gelukkig incidenten, maar niet te voorkomen. Dit zijn de risico’s die bij je toekomstige vak horen en waar je ook hier op school mee te maken zou kunnen krijgen.
Daarnaast is er altijd een risico op een zogenaamde zoönose. Dit zijn ziekten die van dier op mens kunnen overgaan. Omdat jij veel met en tussen de dieren werkt, loop jij natuurlijk een groter risico. Je kunt hierbij onder andere denken aan bijvoorbeeld papegaaienziekte, Giardia of Q-koorts.
Natuurlijk houd je je daarom aan de algemene hygiëneregels: goed je handen wassen, niet eten en drinken bij dieren etc.
Verder is van belang dat als je ziek bent en je hebt vage klachten, je aan de huisarts vertelt dat je op school (of stage) veel met dieren werkt en dat een zoönose misschien niet uit te sluiten is.
De meeste huisartsen zijn bekend met deze term, dus schroom niet en bespreek het. Uiteraard kun je op school altijd overleggen met een van de dierenartsen.
Hygiëne-, veiligheids- en gedragsregels
Tijdens de verzorging gelden de volgende regels bovenop de normale schoolregels:
- Wees op tijd aanwezig;
- Zorg dat je aanspreekbaar bent;
- Doe je telefoon in de tas met het geluid uit;
- Zorg voor een professionele omgang met de dieren;
- Draag de juiste kleding: T-shirt, polo of blouse met mouwen en een broek of rok (minimaal tot de knie), in de kennel/cattery een lange broek en waar nodig de geldende bedrijfskleding;
- Draag passend schoeisel (open schoeisel en hakken vallen daar niet onder);
- Draag geen loshangende sieraden;
- Draag lang haar in een staart;
- Zorg dat je nagels kort geknipt zijn;
- Was je handen met water en zeep voor en na het hanteren;
- Eet en drink voor of na de verzorging, niet tijdens;
- Raak dieren alleen aan in opdracht van de docent of de begeleider;
- Was je handen bij aanvang en bij de afronding van de verzorging en ontsmet ze, indien nodig;
- Bij uitbraak van een besmettelijke dierziekte gelden aanvullende protocollen;
- Het meenemen van dieren naar school is, in verband met besmettingsgevaar, niet toegestaan.
- Bij thuiskomst: Kleding die gedragen is in de praktijk, thuis gelijk de was in.
- LET OP: voor studenten Dierenartsassistent paraveterinair en studenten die werkzaamheden uitvoeren in de dierenartspraktijk (DAP) geldt aanvullend dat het dragen van ringen niet is toegestaan en dat de nagels vrij moeten zijn van nagellak en kunstnagels.
Bijzondere meldingen: Heb je ringwormbesmetting opgelopen, meld dit bij je mentor en de praktijkdocent; Controleer bij je huisarts of je tetanusinenting nog geldig is.
Verzuimbeleid
Elke gemiste verzorging moet worden ingehaald, ongeacht de reden! Ben je ongeoorloofd afwezig, dan gaat er een punt per keer van je eindcijfer af. Ben je per periode in totaal meer dan dertig minuten te laat, dan moet je een verzorgmoment inhalen en een extra opdracht maken.
Fraudebeleid
Bij fraude met de verzorgingskaart of anderszins volgt een gesprek bij de desbetreffende teamleider en moet voor iedere fraude één dag tijdens een weekend worden ingehaald.
Beoordeling van de verzorging
Tijdens het verzorgen word je beoordeeld door de begeleider op twee onderdelen: inzet en uitvoering.
Beide onderdelen kunnen worden beoordeeld met:
- Ontwikkelpunt;
- Voldoende;
- Goed of uitmuntend;
- Met daarnaast ook een stukje persoonlijke feedback.
Aan de hand van deze beoordelingen rekent de mentor een cijfer uit. De totale verzorging zal alleen beoordeeld worden als een begeleider alle verzorgingsmomenten beoordeeld heeft.
Inhalen
Heb je tijdens een periode tussen één en vijf verzorgingsmomenten gemist, dan kun je je inschrijven voor dit inhaalmoment. Dit inschrijven doe je in één van de mappen “inhalen/absenties”. Deze mappen vind je op onderstaande locaties:
Waar moet je bij het invullen op letten en waar moet je rekening mee houden?
- Je haalt binnen veertien dagen het gemiste verzorgingsmoment in;
- Je haalt altijd in bij het onderdeel dat je gemist hebt;
- Je haalt altijd in op het verzorgingsmoment dat je gemist hebt: een ochtend voor een ochtend en een middag voor een middag;
- Je controleert eerst of er al niet twee inhalers zijn op het moment waarop je wilt inhalen;
- Zijn er al twee inhalers op dat moment, dan teken je in op het eerstvolgende moment wat vrij is;
- Je meldt bij binnenkomst, aan de begeleider, dat je komt inhalen.
Bij meer dan zes gemiste verzorgingsmomenten ga je eerst in gesprek met jouw mentor en pas daarna neem je contact op met Ingrid Mulder (i.mulder@aeres.nl) om dit in een weekend of in een vakantie in te halen.
Als er aan het einde van periode 4 nog verzorgingsmomenten openstaan: dan telt dit mee in de overgangsprocedure. Hier kun je dus op blijven zitten!
Bezoekers- en hygiëneprotocol pluimveestal/businesscentre (PIL)
Algemeen
Buitenlandse bezoekers uit risicogebieden worden niet toegelaten. Bezoekers dienen in alle gevallen het logboek/bezoekersformulier in te vullen , met daarin naam, adres, e-mailadres en handtekening.
Specifiek voor de bezoekers, die contact hebben met de dieren
Bezoekers van de leghennen- en vleeskuikenstal, die direct contact hebben met de dieren, mogen deze afdelingen alleen betreden via de hygiënesluis.
Voor bezoekers, die minimaal 72 uur voorafgaand aan het bezoek geen contact gehad hebben met pluimvee geldt:
- het Poultry Innovation Lab (PIL) mag alleen betreden worden met schone kleding en schoeisel;
- bij het betreden de hygiënemaatregelen m.b.t. bedrijfskleding, schoeisel, haarnetjes, mondkapjes en handen wassen, die aangegeven zijn in de hygiënesluis strikt opvolgen;
- douchen niet verplicht;
- bij vertrek opnieuw de aangegeven hygiënemaatregelen opvolgen;
- thuis of bij aankomst in logeeraccommodatie douchen, schone kleding en schoeisel aantrekken;
- vervolgens het advies om 72 uur geen bezoek aan een ander bedrijf met pluimvee brengen. Indien wel een bezoek binnen een periode van 72 uur aan een bedrijf met pluimvee wordt gebracht:
a. melden dat er de laatste 72 uur contact is geweest met pluimvee b. alleen binnen gaan na douchen.
Voor bezoekers, die minimaal 72 uur voorafgaand aan het bezoek wel contact gehad hebben met pluimvee geldt:
- het Poultry Innovation Lab (PIL) mag alleen betreden worden met schone kleding en schoeisel ;
- douchen verplicht;
- bij het betreden van de doucheruimte de hygiënemaatregelen m.b.t. bedrijfskleding, schoeisel, haarnetjes , mondkapjes en handen wassen, die aangegeven zijn in de hygiënesluis strikt opvolgen;
- bij vertrek opnieuw de in de doucheruimte aangegeven hygiënemaatregelen opvolgen;
- thuis of bij aankomst in logeeraccommodatie schone kleding en schoeisel aantrekken;
- vervolgens het advies om 72 uur geen bezoek aan een ander bedrijf met pluimvee brengen. Indien wel een bezoek binnen een periode van 72 uur aan een bedrijf met pluimvee wordt gebracht:
a. melden dat er de laatste 72 uur contact is geweest met pluimvee; b. alleen binnen gaan na douchen.
Verzorgingsdiensten Hippisch Centrum
Het verzorgen van deze schoolpaarden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de hippisch manager, het stalpersoneel, docenten/instructeurs èn de studenten. Van iedere student wordt daarom hierin een bijdrage verwacht die zal gaan plaatsvinden in de vorm van verplichte verzorgingsdiensten buiten de gebruikelijke schooltijden om. Deze verzorgingsdiensten beginnen aan het einde van je 1e schooljaar en eindigen aan het einde van je laatste schooljaar. Om deze diensten goed te laten verlopen is er een aantal regels opgesteld. Wat wordt er van jou verwacht? Per schooljaar ga je 3 dagen een verzorgingsdienst draaien. Deze diensten vinden plaats op zaterdagen, zondagen, feestdagen en/of vakantiedagen. De werkzaamheden zullen bestaan uit het verzorgen van de stallen(uitmesten/ opstrooien), voeren, paarden in de stapmolen/ paddock/weiland zetten, overige verzorging paarden, onderhoud terrein en overige onderhoudsklussen. Per dag zullen er telkens 2 à 4 studenten aanwezig zijn die aangestuurd worden door het stalpersoneel. Je moet dus handelen op hun aanwijzingen.
Wanneer moet je een verzorgingsdienst draaien?
Bij de start van het schooljaar krijg je van de coördinatoren van de verzorgingsdiensten per mail te horen wanneer je bent ingedeeld voor de verzorgingsdienst. Je wordt maximaal 3 dagen ingedeeld. Wanneer je echt niet kan op deze dag(en) mag je onderling ruilen met een mede student maar dit is jouw verantwoordelijkheid. Je dient dit tijdig door te geven aan je mentor èn aan de coördinatoren van de verzorgingsdiensten. Email; stalmeester@aeres.nl. Als Paardenhouderij/ -sport student word je ingezet voor de verzorging. Doe je de Instructeursopleiding dan word je ingezet voor het rijden/longeren in combinatie met de verzorging. De werktijden zijn van 8.30 uur tot ongeveer 16.30uur en de pauzetijden zijn in overleg met het stalpersoneel. Je bent zelf verantwoordelijk om van en naar het AHC te reizen. Houd hier rekening mee.
Het doel van de verzorgingsdiensten
De verzorgingsdienst heeft meerdere doelen:
- Het biedt jou de kans om in een veilige en gecontroleerde omgeving praktijkervaring op te doen voor het beroep waar je de opleiding voor volgt;
- Je leert het meest door met de paarden te werken. Je kunt de geleerde theorie toepassen in de praktijk. Je leert en ervaart in de praktijk wat het is om te werken in de paarden;
- Het biedt jou de kans de verantwoordelijkheid te laten zien die ook tijdens je stages en later tijdens je baan van je verwacht wordt;
- Je leert samenwerken met andere verzorgers.
Wat zijn de kenmerken van een verzorger van paarden?
- Gevoel voor paarden hebben;
- Waar kunnen nemen;
- Initiatief nemen;
- Nauwkeurig werken;
- Instructies correct en zelfstandig uitvoeren;
- Leervragen stellen;
- Vooruitdenken en doorzetten.
De beoordeling van de diensten
Van elke verzorgingsdag wordt een beoordelingsformulier ingevuld door de begeleider (stalpersoneel). Je krijgt een beoordeling als de dienst is afgerond (dus eventueel gemiste uren zijn ingehaald). Deze beoordeling is een gemiddelde van al je diensten van dat schooljaar en komt in je PD. De beoordeling is essentieel om te kunnen overgaan naar het volgende jaar en heeft zelfs invloed op het behalen van je diploma. Het beoordelingsformulier is op te vragen bij je mentor zodat je weet op welke punten je beoordeeld gaat worden.
Risico’s bij het werken met dieren
Zoals je zult begrijpen en weten is het werken met en tussen de paarden niet geheel zonder risico’s. Tijdens het werken kun je door de paarden o.a. gebeten en geschopt worden. Dat zijn gelukkig incidenten, maar niet te voorkomen. Dit zijn de risico’s die bij je toekomstig vak horen en waar je ook hier op school mee te maken zou kunnen krijgen. Daarnaast is er altijd een risico op een zogenaamde zoönose. Dit zijn ziekten die van dier op mens kunnen overgaan. Omdat jij veel met en tussen de dieren werkt, loop jij natuurlijk een groter risico. Je kunt hierbij onder andere denken aan schimmel en Salmonella.
Wat te doen?
Uiteraard houd je je aan de algemene hygiëneregels. Goed je handen wassen, niet eten en drinken bij de paarden etc. Verder is van belang dat als je ziek bent en je hebt vage klachten, je aan de huisarts vertelt dat je op school (of stage) veel met paarden werkt en dat een zoönose misschien niet uit te sluiten is. De meeste huisartsen zijn bekend met deze term, dus schroom niet en bespreek het. Uiteraard kun je op school altijd overleggen met een van de dierenartsen.
Hygiëne- en gedragsregels
Tijdens de verzorging gelden de volgende regels bovenop de normale schoolregels:
- wees op tijd aanwezig;
- zorg dat je aanspreekbaar bent;
- doe je telefoon in de tas met het geluid uit;
- zorg voor een professionele omgang met de paarden;
- draag de geldende kleding die je ook tijdens de praktijklessen aan dient te hebben. (Topjes, hemdjes, scheuren in broeken e.d. zijn dus niet toegestaan!);
- draag rijschoenen of veiligheidsschoenen;
- draag geen loshangende sierraden;
- draag lang haar in een staart;
- zorg dat je nagels kort geknipt zijn;
- was je handen met water en zeep voor en na het hanteren;
- eet en drink voor of na de verzorging, niet tijdens;
- was je handen bij aanvang en bij de afronding van de verzorging en ontsmet ze, indien nodig;
- bij uitbraak van een besmettelijke dierziekte gelden aanvullende protocollen;
- het meenemen van dieren naar het AHC is niet toegestaan;
Bij thuiskomst:
- kleding, die gedragen is in de praktijk, thuis gelijk de was in;
Bijzondere meldingen:
- heb je ringwormbesmetting opgelopen, meldt dit bij je mentor en het stalpersoneel;
- controleer bij je huisarts of je tetanusinenting nog geldig is.
Verzuimbeleid
Elke gemiste verzorgingsdienst moet dubbel worden ingehaald, ongeacht de reden. Het stalpersoneel maakt de planning en is eerste contactpersoon. Het stalpersoneel geeft een beoordeling voor de verzorgingsdienst. Deze moet voldoende zijn. Mocht er op de dag zelf iets zijn waardoor je te laat bent of niet kan komen bel je tussen 08.00 - 08.30 uur de staltelefoon. (Dus geen Whatsapp, sms of iets dergelijks) Staltelefoon: 06-83890330 Je bent zelf verantwoordelijk voor het inhalen van gemiste, of met een onvoldoende beoordeelde, verzorgingsdienst.